Stoere mannen eten worst, en maken worst. De nieuwste culihype vereist ballen, darmen en flink wat geprop.
Worst is hot. Elke zichzelf respecterende foodie experimenteert in eigen keuken met het maken van worst; vers of gedroogd, liefst met biovlees van een doodgeknuffeld scharrelvarken uit een boerendorp als Baambrugge, in een gesloten kringloop gevoed met lokaal geteelde lupine. Nogal wat van die doe-het-zelvers blijken er niet onverdienstelijk in en leveren hun worsten aan toprestaurants en delicatessenzaken.
Zo verkopen hippe Randstedelijke horecazaken massaal de venkelzaad- en lavendelsaucijzen van het strak gemarkete Brandt & Levie. Conceptbureau Mister Kitchen probeert ambachtelijke braadworsten als de nieuwste culitrend bij grote supermarkten te slijten. De worsten van De Pasteibakkers zijn ‘carnivoresk’: ethisch, retro en duurzaam, want gemaakt van de ‘incourante’ delen van het varken. Menig trendgevoelig sommelier springt in op de hype met ultieme worst-wijncombinaties, en ook de kunstwereld toont haar liefde voor het vleeswaar. Kunstenaar Fredie Beckmans richtte bijvoorbeeld De Worstclub op, die – nu al overbodig – tot doel heeft ‘worst weer een plek te geven in ons bestaan’.
Vleesgeworden droom
De ware liefde voor worst komt vooral uit mannenharten, valt op. ‘De kokende man is ten diepste een slager’, zo verklaren Meneer Wateetons en Sjoerd Mulder in hun nieuwe boek Over worst. De auteurs die eerder het Handboek voor de Vinex-jager schreven, brengen nu een ode aan de worst – geschreven vanuit hun eigen obsessie voor alles wat ook maar een beetje op worst lijkt. Het boek moet de vleesgeworden droom zijn voor menig man, want volgens Meneer Wateetons (niemand kent zijn echte naam) willen mannen niets liever dan werken met basale vleesproducten als vet en darmen. ‘Van grote hompen vlees zo’n sappige worst maken, dat heeft een oeraantrekkingskracht.’
De ware liefde voor worst komt vooral uit mannenharten, valt op. ‘De kokende man is ten diepste een slager’, zo verklaren Meneer Wateetons en Sjoerd Mulder in hun nieuwe boek Over worst. De auteurs die eerder het Handboek voor de Vinex-jager schreven, brengen nu een ode aan de worst – geschreven vanuit hun eigen obsessie voor alles wat ook maar een beetje op worst lijkt. Het boek moet de vleesgeworden droom zijn voor menig man, want volgens Meneer Wateetons (niemand kent zijn echte naam) willen mannen niets liever dan werken met basale vleesproducten als vet en darmen. ‘Van grote hompen vlees zo’n sappige worst maken, dat heeft een oeraantrekkingskracht.’
Behalve testosteron is er niet veel meer voor nodig om worstenmaker te worden. Meneer Wateetons: ‘Koop op Marktplaats voor een tientje een gehaktmolen en maak een worstgun van een kitspuit. Darmen gewoon bij de slager halen.’ In Over worst hebben de heren Wateetons en Mulder al hun kennis over (het maken van) worsten verzameld: van filosofische worstduiding tot uitgebreide achtergrondinformatie, recepten en een Supermarktworstgids (ga voor de Salchichon Montana voor 2,69 euro bij Dirk van den Broek). Het boek wordt zaterdag gelanceerd tijdens culinair festival Smaakexplosie in Zaandam, waar Meneer Wateetons ook een workshop worsten maken geeft.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten